Pagina's

zondag 9 maart 2014

Gebukt op ongebaande paden

Zaterdag 8 Maart 2014. Het belooft een prachtige dag te worden, maar om 7 uur is het nog koud, -3. Geen plannen gemaakt voor vandaag, buiten lokt de opkomende zon. Tijd voor een tocht op m'n recent verworven terreinfiets. Zo duid ik die maar aan, om het woord 'mountainbike' te vermijden, dat lijkt me wat misplaatst in ons vlakke Nederland. Het wordt pas m'n 2e rit.

In januari had ik deze fiets toch nog plotseling 'gehaald' bij Steenbergen. Op zoek naar een paar handschoenen slenterde ik de fietsenwinkel door en vergaapte me aan allerlei moois. M'n dochter, erg enthousiast over het terreinfietsen, had al vaak geroepen: "Pa, da's ook wat voor jou!" Af en toe dacht ik ook in die richting, maar op m'n lange zondagse wandelingen keek ik vooral meewarig naar die terreinrijders, die vaak in groepjes, soms einzel voorbijkwamen.  Dat groeps rijden begreep ik niet. Voorop: opgejaagd door je achterliggers, daarachter: verbeten gezichten gericht op het wiel en het spoor van de voorganger, op natte dagen besmeurd door de modder. Wat zou daar de pret van zijn? Ooit was ik met een groep motorrijders op pad geweest naar de Alpen en had er gemengde gevoelens bij.
Ik bekeek de prijskaartjes van die stoere fietsen en probeerde de (prijs-)verschillen te begrijpen. Serieuze voorstudie van merken, types of specificaties had ik nog nooit gemaakt. Laat maar, dacht ik en besloot nog even de trap op te lopen naar de 2e hands afdeling, om te kijken of de bijzondere RANS van WdV al verkocht was. Niet dus. Even later stond Ivo naast me om te vragen of er wat van m'n gading bij was, en ik vertelde m'n aarzeling over het fenomeen terreinfietsen maar ook dat m'n dochter het fantastisch vond. Een klein zetje bleek voldoende. Er stond een mooi 2e hands exemplaar voor veel minder dan ik beneden had gezien. Hiermee zou ik het wel eens kunnen proberen, en -is het niets: dan gaat 'ie gewoon weer in de verkoop. 's Middags kon ik de fiets al ophalen, met frisse bidon en nieuwe clippedalen. Een Specialized Stumpjumper Hardtail 29", zo luidde de volledige titulatuur.

Het eerste wat opviel was hoeveel lichter deze fiets was dan m'n doordeweekse RIH Z800's. De enorm brede Schwalbe banden bleken half zacht opgepompt, maar dat hoorde zo vertelde Ivo, daarmee zou je beter grip hebben in rul zand. De houding op deze fiets bleek erg diepgebukt, er komt veel druk op je polsen. Hoe lang zou dat vol te houden zijn? En waarom zijn die frame-maten totaal anders dan m'n sportfiets? De RIH is 65cm hoog, van deze fiets weet ik het niet eens.. Een enorm lange zadelbuis steekt omhoog, terwijl het stuur heel laag staat. Hoort zo, dat zorgt voor wendbaarheid zei Ivo. OK, ik ga het braaf proberen. En waarom zo'n keihard masochistisch zadel? - dat is geen probleem met een goede zeem in de broek. Ook zo'n onvermijdelijk attribuut dat onderdeel is van deze fiets(sub)cultuur.

Vandaag een rit richting de Drentsche Aa.  Eerst nog even wat lucht erbij in die enorme banden. Het heeft gevroren, dus erg rul zal het zand niet zijn. Hopelijk heeft een regenloze week gezorgd dat de ergste modder verdwenen is. Spatborden zitten er (nog) niet op. O ja, ook nog even de Garmin bevestigen op het stuur, dan kan ik zien hoe lang en ver ik gereden heb, en wat m'n gemiddelde snelheid is. Overigens besluit ik dat gemiddelde voorlopig maar te negeren, eerst maar eens wennen en ervaring opdoen. En op deze prachtige dag vooral genieten en rondkijken.
Onder het tunneltje bij Schipborg door, rechtsaf. Naast het asfalt fietspad loopt een zandpad, moet ik daar nu gaan rijden? OK, zo hoort het kennelijk. En eigenlijk rijdt de fiets daar lekkerder, de grote noppen op de banden bijten zich vast in de ondergrond en het gezoem op het asfalt verstilt. Schijnbaar moeiteloos rolt de fiets door het zand en de modder.
Na het oversteken van de Aa linksaf, een zandpad in waarlangs ook het Pieterpad loopt. Op dit uur nog geen wandelaars, dus ik stoor niemand. De westkant van het riviertje aanhoudend hoop ik spoedig de zon boven de bomen uit te zien komen. En even later barst het licht los boven het het bevroren grasland. Miljoenen ijskristallen op evenzovele sprietjes en takken lichten op in de felle zon. Even stoppen om te kijken of dit zich laat vastleggen, waarschijnlijk moeilijk. Fel tegenlicht, ik houd het lensje van m'n telefoon in de schaduw van een boom en probeer het schouwspel te vangen. Onmogelijk om die sensatie te vatten in een plaatje. De frisse kou, het concert van de al even opgetogen vogels, de ruige leegte van het landschap -het komt pas allemaal samen in het hier en nu.

Even verderop kom ik weer op het asfaltpad naar Oudemolen. Opnieuw stop ik even om naar het prachtige dal te kijken dat baadt in het zonlicht en een witte waas van dooiende rijp. Onvoorstelbaar mooi. Zou dit allemaal door toeval zijn ontstaan? Daar is toch meer geloof voor nodig dan hier een ontwerp achter te waren. Geen dag om over het anthropisch principe of ontologisch bewijs te piekeren, maar het refrein uit Genesis 'en Hij zag dat het goed was' komt vanzelf in me op.

Weer fietsend zie ik dat m'n gemiddelde niet boven de 20 komt. Wat maakt het uit, genieten is nu vooral kijken, ruiken, de stilte horen die slechts doorbroken wordt door het gekwetter van talloze vogels. In de verte schreeuwen de ganzen. Een zwijgende buizerd houdt een schijngevecht met een opgewonden kievit.

Voorbij Oudemolen bedenk ik me dat ik nu andere paadjes moet aansnijden en het asfalt even moet laten liggen. Meteen rij ik er weer naast, in het zandpad. Maar eigenlijk blijf ik liever even in de zon rijden, dus verderop weer terug het asfalt op, de banden hervatten hun gezoem.

Het Balloërveld, dat moet de ideale biotoop zijn voor een terreinfiets. Dus linksaf, de zon tegemoet. Op het veld blijken alle ruige grassen die tussen de heide oprijzen ingepakt in ijskristallen die fonkelen in het licht, nog even stoppen voor een foto-moment.


Ach, wat hebben ze hier huisgehouden. De 'defensie bosjes' zijn gekapt om het veld weer tot een aaneengesloten open vlakte te maken, waarover je ver kunt kijken. Grote stapels houtstammen en snippers getuigen van de zagen die hier tekeer zijn gegaan. Wat een herrie zal dat gegeven hebben.
In de verte staat de kerktoren van Rolde, al eeuwen een baken in de tijd en ijkpunt voor reizigers en dwalende zielen, ver voor de tijd van GPS.



Toen ik laatst naar deze kerk liep zag ik zo'n groep terreinfietsers een pad in slaan dat ik herkende als de voormalige spoorlijn van Assen via Rolde naar Gieten en uiteindelijk Stadskanaal. De rails zijn al lang verdwenen. Jammer eigenlijk, mijmer ik. Zou daar in deze dagen niet een mooie light-rail over kunnen rijden? Een moderne versie voorzien van roetfilter, goed voor de bereikbaarheid van dorpen en oost-Groningen? Nu wordt even verderop de N33 verbreed, en het geluid van het verkeer neemt toe en is al ver op het Balloërveld te horen. Bij wind uit zuidelijke richting lijdt heel Rolde eronder.
Het oude spoor leidt richting Anderen, en even verderop eindigt het abrupt bij de zojuist verbreedde N33. Tot m'n verrassing zie ik een voetgangerstunneltje in aanbouw. Kijk dat is nou leuk en echt een ontdekking dankzij deze fiets. Het tunneltje is nog afgesloten met een bouwhek, dus rijd ik naar het viaduct om aan de overzijde het spoor weer op te pikken. Het loopt door een gebied waar ik nog nooit geweest ben. Even verderop ineens een slagboom met de aanduiding 'Natuurbegraafplaats'. Midden in het bos. Wat zou dat zijn? Een bordje geeft uitleg en vraagt om respect.


Inmiddels is het tijd om wat te drinken, en daar eerst ruimte voor te maken. Respectvol blijf ik aan deze kant van de slagboom. Het spoor verder volgend sta ik ineens voor een hek dat verder gaan echt onmogelijk maakt. Het blijkt de omheining van een campingterrein, en eromheen rijden lukt alleen via de oude weg Gieten-Rolde.







Op de kruising besluit ik het spoor te verlaten en terug te rijden richting Eext, opnieuw onder de N33 door. Aan weerskanten staan een paar mooie boerderijtjes te koop, maar met de toenemende drukte en herrie van de vierbaansweg lijkt het me geen pretje hier te wonen.
Opeens zie ik een bordje dat een onbekend pad in wijst, 'voetspoor' staat erop, en dat moet ik met deze fiets wel kunnen volgen. Inderdaad gaat het dwars door het veld, dan weer even langs de verharde weg en opnieuw het veld in.

Schitterend, hier ben ik nog nooit geweest. M'n richtingsgevoel vertelt waar ik ongeveer uit zal komen. Even verderop verdwijnt het voetspoor achter een hek en een bordje geeft aan dat fietsers er niet welkom zijn. Gehoorzaam volg ik het karrenspoor dwars over het Eexterveld in de richting van Anloo. Daar twijfel ik: naar huis, of nog een klein rondje langs het Anlooër diepje, waar ik zo vaak treintjes terreinfietsers ontmoet? Ik besluit het laatste en geniet van het prachtige landschap.


Drie buizerds in de lucht krijsen naar elkaar, en even verderop zie ik ineens 2 loslopende honden. Het wachten is op de eigenaar, maar plotseling doemt er een schaapskudde op. De honden rennen er omheen om de weg te wijzen. Gauw stop ik om wat foto's te maken, en even later komt de herder aangelopen.

Een prachtig gezicht, hij doet met denken aan Gandalf uit The Lord of the Rings, met lange grijze baard en breedgerande hoed. Gauw maak ik nog een foto. Verontschuldigend spreek ik de schaapherder aan: "Zo'n verschijning zien we niet dagelijks meer" en we raken in gesprek over z'n vak.








Hij blijkt al lang met pensioen maar als hobby met een paar vrienden hier af en toe nog een kudde te hoeden. Z'n groene jas vermeldt 'Het Gelders Landschap' en ik vraag hoe hij hier dan in het Drentse Landschap verzeild is geraakt. Tja - die jas is oud maar zit gewoon heerlijk. We praten wat over Gelderland versus Drenthe, dit coulissenlandschap is toch wel heel erg mooi. Verderop een paar reeën gezien, 'hindes' leken het eerst. Dit is echt een vakman. Een prachtverhaal over een enorm edelhert Caesar, een 16-ender, op Kroondomein Het Loo volgt.

Verder fietsend denk ik na over zo'n baan. Fantastisch moet dat zijn. Tja op een mooie dag als deze zeker, maar dat kan natuurlijk ook heel anders - in wind, regen en koude.

Het laatste stuk. Door de Gasterense Duinen naar Oudemolen. Nu kom ik echt in rul zand terecht en moeten de brede banden hun dienst bewijzen. Terugschakelen, nog meer kracht zetten. Ik voel m'n hart te keer gaan maar trek door totdat ik het veerooster voorbij ben en de ondergrond weer hard wordt. Wauw, dat was sleuren om niet om te vallen.
Nog een klein stukje en ik ben thuis. Ruim 47 km zitten erop. Straks de GPS-track uploaden, maar nu eerst achterover in de tuin. Wat een feestelijk voorproefje van de lente!

1 opmerking:

  1. Dag Freek,

    mooi verhaal en mooie foto's van een prachtig landschap. Wij boffen dat we dat alles binnen handbereik hebben. Als ik dit alles zo lees en zie begrijp ik weer waarom ik tot voor kort heel lang bleef proberen om te terreinfietsen. Ik vind het nog steeds jammer dat het mij niet gelukt is.

    Gelukkig kan ik het voorlopig volhouden met triken en roeifietsen :-)

    BeantwoordenVerwijderen