Pagina's

maandag 17 maart 2014

Fietsend Forensen

Vrijdag jl. als afsluiting van een drukke werkweek de fiets gepakt. De laatste weken lukte het niet altijd om volgens voornemen tenminste 2x per week het traject Zuidlaren - Meppel per fiets af te leggen. In 2013 had ik dat vrijwel het gehele jaar volgehouden, resulterend in ruim 12 Megameters in een jaar, evenals in 2012.
De route Zuidlaren - Meppel is 60km, een afstand die ik meestal op een gewone sportfiets van 20kg afleg, in een 'mediane' tijd van 2:20 u, uiteraard sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. De heenreis is naar het zuidwesten, dus grote kans op wind tegen. Maar dat liever dan zo'n winterse Noordooster op de terugweg, wanneer je er al een werkdag en een heenreis op hebt zitten.
Bij een zuidwester terug is het me eens gelukt om de rit terug te brengen tot minder dan 2 uur. Maar gemiddeld "kost" een fietsforensdag me 4uur en 40 minuten plus 2x een verkleedpartij en douchen. Regelmatig krijg ik de vraag waar ik die tijd vandaan haal naast m'n drukke baan.
Dat begint met vroeg opstaan, de wekker op 4:15u met het doel om 5uur op de fiets te zitten. Meestal lukt dat. Keerzijde is dat ik 's avonds om 22uur aan m'n nachtrust begin. Dat betekent dat P&W alleen via uitzending-gemist gevolgd kunnen worden, met als voordeel dat je er veel selectiever in wordt.
De tijd die het fietsen "kost" levert ook veel op: gelegenheid om ongestoord te denken, en orde te scheppen in allerlei gedachten. De betere ideeën blijken zelden achter m'n bureau of computer te ontstaan, fietsen werkt (!) beter. En verder hoop ik dat het bijdraagt gezond te blijven.

De meeste ritten maak ik op een conventionele sportfiets: een RIH Z-800.
Daarvan staat er altijd één thuis en één in Meppel, zodat ik kan variëren. Lukt het 's morgens niet om wat voor reden dan ook, dan kan ik 's avonds de auto in Meppel laten en terug fietsen, de volgende dag andersom.
De RIH heb ik ooit gekozen na uitgebreide vergelijkende voorstudie van allerlei folders en een enkel bezoekje aan een winkel. M'n belangrijkste eis was een hoge framemaat van 65cm en een derailleur vanwege de efficiency, de kwetsbaarheid voor vuil en corrosie op de koop toenemend. Na wat teleurstellende ervaringen met Gazelle en Batavus was het tijd voor wat anders, en een rijwielhandelaar uit Tynaarlo met 40 jaar ervaring wist me te overtuigen van de kwaliteiten van het merk RIH. Hij heeft me niet teleurgesteld. Het frame is prachtig afgewerkt met weggepolijste lasnaden en mooi weggewerkte kabels. De fiets wordt met de hand gemonteerd met veel aandacht voor details. Daardoor is 'ie niet goedkoop, maar het sympathieke fabriekje besteedt weinig aan marketing en veel aan vakmanschap.

Als aanpassing koos ik o.a. voor een een opzetstuur.
Het geeft op lange stukken een comfortabele gebogen houding, waarbij je gewicht mooi verdeeld wordt over voor- en achterzijde en de aerodynamica ook enigszins verbetert. Zo'n standaard-opzetstuur is niet erg fraai afgewerkt en valt wat uit toon bij de mooie RIH, maar is wel erg functioneel en daarom voor mij onmisbaar. Een hele rit rechtop maken vind ik nogal vermoeiend en eindigt veelal met pijnlijke polsen. Bukken op de ellebogen is zo gek nog niet.
Het opzetstuur biedt tevens plaats aan m'n Garmin GPS-apparaat dat vooral dienst doet als gegevens-verzamelaar. Het 'dashboard' is geheel naar wens te configureren en in het donker prima afleesbaar wanneer de schermverlichting op de laagste stand continue blijft branden. Het apparaat kan ook dienen als hartslag-monitor. M'n cruise-inspanning ligt meestal op zo'n 120 bpm, waarmee het prima vol te houden is.
De standaard banden maakten plaats voor smalle Schwalbe Marathons van 28mm. 
Na een jaar met hardloopschoenen gefietst te hebben ben ik gezwicht voor [eenzijdige-] clippedalen met echte fietsschoenen. Ik had nogal opgezien tegen dat fenomeen uit vrees dat ik het in- en uitklikken niet makkelijk onder de knie zou krijgen. Ooit hielp ik een vrouw overeind die voor een spoorwegovergang pardoes was omgevallen. Het bleek mee te vallen en vrij vlot aan te leren.

Die clippedalen hielpen om de stap naar een Thys roeifiets te maken. Daar had ik al een poos m'n oog op laten vallen, maar ik schrok terug voor die onvermijdelijke clips en de warrige techniek met touwtjes en knopen. Iets waar ik ondanks m'n ingenieursopleiding weinig affiniteit mee heb ontwikkeld. Ook voor stropdas-knopen heb ik een soort fobie.
In April 2012 besloot ik m'n aarzeling te overwinnen en bestelde een
Thys 222. De fiets arriveerde keurig in karton verpakt, maar met aandrijf-kabels eraf. Ondanks de instructie-video's kostte het me nogal moeite om e.e.a. goed in elkaar te zetten.
Ontwerper en bouwer Derk Thijs op de roets

Daarna was het oefenen om de slag te pakken te krijgen en een aantal spiergroepen te laten aansterken. Het liggen was ik gewend van een
Challenge Wizard die ik ook gebruikt had, maar nu onder de hoede van m'n vrouw was gekomen.
Vanaf Juni maakte ik m'n eerste ritten naar Meppel op de 'roets'. Aanvankelijk alleen 's ochtend òf 's avonds, later ook op en neer. Een heerlijke ervaring, vooral als je de slag te pakken hebt en in een mooie cadans de lange stukken langs de Drentse Hoofdvaart kan rijden. In de herfst moesten er spatborden op komen en een goede koplamp. Het werd een Philips Saferide op batterijen, met een enorme lichtopbrengst. De montage was lastig, omdat de lamp erg zwaar is en er door de lange boegspriet grote krachten op komen bij oneffenheden in het wegdek. Na een paar hobbels zakte de lamp telkens triest voorover, en pas met een extra zware bout kon ik 'm fixeren. De beloofde 2 uur op volle lichtsterkte uit de folder bleken lang niet haalbaar. Vooral bij lagere buitentemperaturen schakelde lamp na steeds kortere tijd terug naar halve lichtsterkte. Nog altijd een respectabele lichtbundel, maar niet zo fraai en fel als bij de hoogste stand.

Het roetsen eindigde abrupt op een landweggetje in de herfst. De weg lag vol modder en bij een ferme roeislag voelde ik het achterwiel onder me wegglijden en lag ik kansloos in de modder. Het was 's ochtends nog voor half 6, en aardedonker. Met de koplamp onder m'n kin geklemd probeerde ik de kabels weer in orde te maken. Even later zat ik weer op de fiets en reed verder met een pijnlijke heup en een aanlopend spatbord. Op m'n werk gaf de receptioniste een gilletje van ontzetting toen ik besmeurd met modder het gebouw betrad.
Na de valpartij verloor ik kennelijk een stuk zelfvertrouwen. De hele winter bleef de roeifiets in de garage en de RIH's namen het over. In de sneeuw en het donker voelde ik me daar veiliger op, zeker toen er nog een extra Philips koplamp op de naafdynamo werd aangesloten. Op de smalle en bochtige bospaden bij Gasteren en Zeegse kon je dankzij de brede bundels prima zien.

Het belangrijkste nadeel van de Z-800, meer nog dan het gewicht, is de slechte aerodynamica die de combinatie fiets/berijder oplevert, ook met het onvolprezen opzetstuur. Een enkele keer word ik ingehaald door een velomobiel, met een enorm snelheidsverschil. Nu ik verschillende blogs volg van enthousiaste Quest of Flevobike rijders wordt duidelijk hoeveel snelheidswinst te behalen valt, vooral op lange rechte stukken zoals langs de Drentse Hoofdvaart.
M'n aarzeling om ook zo'n mobiel aan te schaffen zit 'm vooral in de veiligheid. De ervaring met de zichtbaarheid van ligfietsen is niet zo gunstig. Bij de talloze uitritten die ik bij o.a. Smilde passeer is het telkens goed opletten of je tijdig gezien wordt. Zo'n velomobiel verleidt tot hoge snelheden, terwijl de zichtbaarheid mijns inziens tegenvalt; Men kijkt gemakkelijk over je heen. Een klap tegen een auto die zo'n uitrit uitkomt lijkt me erg gevaarlijk. Zelfs op m'n gewone fiets met dubbele koplamp en geel reflectievest heb ik wel eens een nood-uitwijkmanoeuvre moeten maken die maar net goed afliep.
Een ander bezwaar lijkt me de geluidsproductie in de klankkast die de carrosserie vormt. Het aantrekkelijke van fietsen is juist de rust die er vanuit gaat. Een kabaal om je oren doet daar fors afbreuk aan, en met gehoorbescherming rijden zoals op m'n motorfiets lijkt me niet erg aantrekkelijk.
Toch zoek ik een mogelijkheid om nog eens een lange proefrit te maken. Ooit reed ik een klein stukje in een aluminium Alleweder en was allerminst overtuigd. Nu zijn we zo'n 20 jaar verder en is er wellicht veel verbeterd. Of wordt het wachten op de Velo-tilt?

Eigenlijk is de hamvraag of ik gelukkiger wordt van een hogere snelheid in een kooi om me heen. De extra tijd die een aerodynamisch ongunstige fiets me 'kost' levert extra tijd om te genieten. Vrijdag jl. besloot ik op de terugweg een ommetje te maken, dwars door het Drentse landschap. Over het Dwingelder veld, het Hijkerveld en het Balloërveld. Het werd ruim 3 uur genieten. 

zondag 9 maart 2014

Gebukt op ongebaande paden

Zaterdag 8 Maart 2014. Het belooft een prachtige dag te worden, maar om 7 uur is het nog koud, -3. Geen plannen gemaakt voor vandaag, buiten lokt de opkomende zon. Tijd voor een tocht op m'n recent verworven terreinfiets. Zo duid ik die maar aan, om het woord 'mountainbike' te vermijden, dat lijkt me wat misplaatst in ons vlakke Nederland. Het wordt pas m'n 2e rit.

In januari had ik deze fiets toch nog plotseling 'gehaald' bij Steenbergen. Op zoek naar een paar handschoenen slenterde ik de fietsenwinkel door en vergaapte me aan allerlei moois. M'n dochter, erg enthousiast over het terreinfietsen, had al vaak geroepen: "Pa, da's ook wat voor jou!" Af en toe dacht ik ook in die richting, maar op m'n lange zondagse wandelingen keek ik vooral meewarig naar die terreinrijders, die vaak in groepjes, soms einzel voorbijkwamen.  Dat groeps rijden begreep ik niet. Voorop: opgejaagd door je achterliggers, daarachter: verbeten gezichten gericht op het wiel en het spoor van de voorganger, op natte dagen besmeurd door de modder. Wat zou daar de pret van zijn? Ooit was ik met een groep motorrijders op pad geweest naar de Alpen en had er gemengde gevoelens bij.
Ik bekeek de prijskaartjes van die stoere fietsen en probeerde de (prijs-)verschillen te begrijpen. Serieuze voorstudie van merken, types of specificaties had ik nog nooit gemaakt. Laat maar, dacht ik en besloot nog even de trap op te lopen naar de 2e hands afdeling, om te kijken of de bijzondere RANS van WdV al verkocht was. Niet dus. Even later stond Ivo naast me om te vragen of er wat van m'n gading bij was, en ik vertelde m'n aarzeling over het fenomeen terreinfietsen maar ook dat m'n dochter het fantastisch vond. Een klein zetje bleek voldoende. Er stond een mooi 2e hands exemplaar voor veel minder dan ik beneden had gezien. Hiermee zou ik het wel eens kunnen proberen, en -is het niets: dan gaat 'ie gewoon weer in de verkoop. 's Middags kon ik de fiets al ophalen, met frisse bidon en nieuwe clippedalen. Een Specialized Stumpjumper Hardtail 29", zo luidde de volledige titulatuur.

Het eerste wat opviel was hoeveel lichter deze fiets was dan m'n doordeweekse RIH Z800's. De enorm brede Schwalbe banden bleken half zacht opgepompt, maar dat hoorde zo vertelde Ivo, daarmee zou je beter grip hebben in rul zand. De houding op deze fiets bleek erg diepgebukt, er komt veel druk op je polsen. Hoe lang zou dat vol te houden zijn? En waarom zijn die frame-maten totaal anders dan m'n sportfiets? De RIH is 65cm hoog, van deze fiets weet ik het niet eens.. Een enorm lange zadelbuis steekt omhoog, terwijl het stuur heel laag staat. Hoort zo, dat zorgt voor wendbaarheid zei Ivo. OK, ik ga het braaf proberen. En waarom zo'n keihard masochistisch zadel? - dat is geen probleem met een goede zeem in de broek. Ook zo'n onvermijdelijk attribuut dat onderdeel is van deze fiets(sub)cultuur.

Vandaag een rit richting de Drentsche Aa.  Eerst nog even wat lucht erbij in die enorme banden. Het heeft gevroren, dus erg rul zal het zand niet zijn. Hopelijk heeft een regenloze week gezorgd dat de ergste modder verdwenen is. Spatborden zitten er (nog) niet op. O ja, ook nog even de Garmin bevestigen op het stuur, dan kan ik zien hoe lang en ver ik gereden heb, en wat m'n gemiddelde snelheid is. Overigens besluit ik dat gemiddelde voorlopig maar te negeren, eerst maar eens wennen en ervaring opdoen. En op deze prachtige dag vooral genieten en rondkijken.
Onder het tunneltje bij Schipborg door, rechtsaf. Naast het asfalt fietspad loopt een zandpad, moet ik daar nu gaan rijden? OK, zo hoort het kennelijk. En eigenlijk rijdt de fiets daar lekkerder, de grote noppen op de banden bijten zich vast in de ondergrond en het gezoem op het asfalt verstilt. Schijnbaar moeiteloos rolt de fiets door het zand en de modder.
Na het oversteken van de Aa linksaf, een zandpad in waarlangs ook het Pieterpad loopt. Op dit uur nog geen wandelaars, dus ik stoor niemand. De westkant van het riviertje aanhoudend hoop ik spoedig de zon boven de bomen uit te zien komen. En even later barst het licht los boven het het bevroren grasland. Miljoenen ijskristallen op evenzovele sprietjes en takken lichten op in de felle zon. Even stoppen om te kijken of dit zich laat vastleggen, waarschijnlijk moeilijk. Fel tegenlicht, ik houd het lensje van m'n telefoon in de schaduw van een boom en probeer het schouwspel te vangen. Onmogelijk om die sensatie te vatten in een plaatje. De frisse kou, het concert van de al even opgetogen vogels, de ruige leegte van het landschap -het komt pas allemaal samen in het hier en nu.

Even verderop kom ik weer op het asfaltpad naar Oudemolen. Opnieuw stop ik even om naar het prachtige dal te kijken dat baadt in het zonlicht en een witte waas van dooiende rijp. Onvoorstelbaar mooi. Zou dit allemaal door toeval zijn ontstaan? Daar is toch meer geloof voor nodig dan hier een ontwerp achter te waren. Geen dag om over het anthropisch principe of ontologisch bewijs te piekeren, maar het refrein uit Genesis 'en Hij zag dat het goed was' komt vanzelf in me op.

Weer fietsend zie ik dat m'n gemiddelde niet boven de 20 komt. Wat maakt het uit, genieten is nu vooral kijken, ruiken, de stilte horen die slechts doorbroken wordt door het gekwetter van talloze vogels. In de verte schreeuwen de ganzen. Een zwijgende buizerd houdt een schijngevecht met een opgewonden kievit.

Voorbij Oudemolen bedenk ik me dat ik nu andere paadjes moet aansnijden en het asfalt even moet laten liggen. Meteen rij ik er weer naast, in het zandpad. Maar eigenlijk blijf ik liever even in de zon rijden, dus verderop weer terug het asfalt op, de banden hervatten hun gezoem.

Het Balloërveld, dat moet de ideale biotoop zijn voor een terreinfiets. Dus linksaf, de zon tegemoet. Op het veld blijken alle ruige grassen die tussen de heide oprijzen ingepakt in ijskristallen die fonkelen in het licht, nog even stoppen voor een foto-moment.


Ach, wat hebben ze hier huisgehouden. De 'defensie bosjes' zijn gekapt om het veld weer tot een aaneengesloten open vlakte te maken, waarover je ver kunt kijken. Grote stapels houtstammen en snippers getuigen van de zagen die hier tekeer zijn gegaan. Wat een herrie zal dat gegeven hebben.
In de verte staat de kerktoren van Rolde, al eeuwen een baken in de tijd en ijkpunt voor reizigers en dwalende zielen, ver voor de tijd van GPS.



Toen ik laatst naar deze kerk liep zag ik zo'n groep terreinfietsers een pad in slaan dat ik herkende als de voormalige spoorlijn van Assen via Rolde naar Gieten en uiteindelijk Stadskanaal. De rails zijn al lang verdwenen. Jammer eigenlijk, mijmer ik. Zou daar in deze dagen niet een mooie light-rail over kunnen rijden? Een moderne versie voorzien van roetfilter, goed voor de bereikbaarheid van dorpen en oost-Groningen? Nu wordt even verderop de N33 verbreed, en het geluid van het verkeer neemt toe en is al ver op het Balloërveld te horen. Bij wind uit zuidelijke richting lijdt heel Rolde eronder.
Het oude spoor leidt richting Anderen, en even verderop eindigt het abrupt bij de zojuist verbreedde N33. Tot m'n verrassing zie ik een voetgangerstunneltje in aanbouw. Kijk dat is nou leuk en echt een ontdekking dankzij deze fiets. Het tunneltje is nog afgesloten met een bouwhek, dus rijd ik naar het viaduct om aan de overzijde het spoor weer op te pikken. Het loopt door een gebied waar ik nog nooit geweest ben. Even verderop ineens een slagboom met de aanduiding 'Natuurbegraafplaats'. Midden in het bos. Wat zou dat zijn? Een bordje geeft uitleg en vraagt om respect.


Inmiddels is het tijd om wat te drinken, en daar eerst ruimte voor te maken. Respectvol blijf ik aan deze kant van de slagboom. Het spoor verder volgend sta ik ineens voor een hek dat verder gaan echt onmogelijk maakt. Het blijkt de omheining van een campingterrein, en eromheen rijden lukt alleen via de oude weg Gieten-Rolde.







Op de kruising besluit ik het spoor te verlaten en terug te rijden richting Eext, opnieuw onder de N33 door. Aan weerskanten staan een paar mooie boerderijtjes te koop, maar met de toenemende drukte en herrie van de vierbaansweg lijkt het me geen pretje hier te wonen.
Opeens zie ik een bordje dat een onbekend pad in wijst, 'voetspoor' staat erop, en dat moet ik met deze fiets wel kunnen volgen. Inderdaad gaat het dwars door het veld, dan weer even langs de verharde weg en opnieuw het veld in.

Schitterend, hier ben ik nog nooit geweest. M'n richtingsgevoel vertelt waar ik ongeveer uit zal komen. Even verderop verdwijnt het voetspoor achter een hek en een bordje geeft aan dat fietsers er niet welkom zijn. Gehoorzaam volg ik het karrenspoor dwars over het Eexterveld in de richting van Anloo. Daar twijfel ik: naar huis, of nog een klein rondje langs het Anlooër diepje, waar ik zo vaak treintjes terreinfietsers ontmoet? Ik besluit het laatste en geniet van het prachtige landschap.


Drie buizerds in de lucht krijsen naar elkaar, en even verderop zie ik ineens 2 loslopende honden. Het wachten is op de eigenaar, maar plotseling doemt er een schaapskudde op. De honden rennen er omheen om de weg te wijzen. Gauw stop ik om wat foto's te maken, en even later komt de herder aangelopen.

Een prachtig gezicht, hij doet met denken aan Gandalf uit The Lord of the Rings, met lange grijze baard en breedgerande hoed. Gauw maak ik nog een foto. Verontschuldigend spreek ik de schaapherder aan: "Zo'n verschijning zien we niet dagelijks meer" en we raken in gesprek over z'n vak.








Hij blijkt al lang met pensioen maar als hobby met een paar vrienden hier af en toe nog een kudde te hoeden. Z'n groene jas vermeldt 'Het Gelders Landschap' en ik vraag hoe hij hier dan in het Drentse Landschap verzeild is geraakt. Tja - die jas is oud maar zit gewoon heerlijk. We praten wat over Gelderland versus Drenthe, dit coulissenlandschap is toch wel heel erg mooi. Verderop een paar reeën gezien, 'hindes' leken het eerst. Dit is echt een vakman. Een prachtverhaal over een enorm edelhert Caesar, een 16-ender, op Kroondomein Het Loo volgt.

Verder fietsend denk ik na over zo'n baan. Fantastisch moet dat zijn. Tja op een mooie dag als deze zeker, maar dat kan natuurlijk ook heel anders - in wind, regen en koude.

Het laatste stuk. Door de Gasterense Duinen naar Oudemolen. Nu kom ik echt in rul zand terecht en moeten de brede banden hun dienst bewijzen. Terugschakelen, nog meer kracht zetten. Ik voel m'n hart te keer gaan maar trek door totdat ik het veerooster voorbij ben en de ondergrond weer hard wordt. Wauw, dat was sleuren om niet om te vallen.
Nog een klein stukje en ik ben thuis. Ruim 47 km zitten erop. Straks de GPS-track uploaden, maar nu eerst achterover in de tuin. Wat een feestelijk voorproefje van de lente!

maandag 3 maart 2014

Heeft U ook een blog?

Deze vraag kreeg ik van een blogger die ik al jaren volg, toen ik hem plotseling in levende lijve ontmoette in m'n woonplaats Zuidlaren. De blogger uit het naburige Veendam schrijft regelmatig iets over z'n liefhebberij: fietsen. Een onderwerp dat mij ook bovengemiddeld interesseert en ooit op z'n weblog deed belanden via een zoekactie. Ergens in de zoekterm zal ik 'roeifietsen' of 'Thys' opgegeven hebben.
Toen ik de stukjes van dhr WdeV begon te lezen ontdekte ik al gauw dat hij in de buurt van Zuidlaren woonde en fietste. 'Zijn' fietsenmaker bleek notabene in ons dorp gevestigd, hetzelfde adres waar ik regelmatig kom om iets te laten repareren of aan te schaffen.
Allengs leerde ik allerlei details over z'n (roei-)fietsen, gezondheid, kleding, favoriete routes, vakantie-bestemmingen, boeken, tuin, belangstelling en overtuigingen. Zo vormde zich een beeld van de persoon.

Dit weekend realiseerde ik me in een flits dat ik hem zag. Het eerste wat opviel was een felle koplamp op een ligfiets, op de weg Annen - Anloo. We reden met de auto richting de rotonde Annen en ik besloot tot verbazing van m'n vrouw om terug te rijden richting Anloo, om zeker te zijn dat ik eindelijk de fietser waarvan ik al zoveel wist had gezien. Achterop rijdend zag ik meteen dat de ligfiets klopte met het model dat zo uitvoerig beschreven en geprezen was op z'n website. De Bi-ion accu op de Scorpion trike was duidelijk zichtbaar. Een paar honderd meter verderop draaide ik de auto opnieuw, dwars op het fietspad waar hij zometeen langs zou komen, om een glimp op te vangen. De kleding -ook uitvoerig beschreven- klopte: een dure winddichte jas, een goed sluitende muts. Alleen de bril, daar twijfelde ik aan - zou dat geen skibril moeten zijn? Wellicht niet bij deze temperatuur.
Toen hij voorbijgeflitst was keerden we terug via Annen naar Zuidlaren. Ik legde aan Truus uit waarom ik die rare manouevre gemaakt had, en welke bekende onbekende ik had gespot. Ook vertelde ik stellig te weten welke route deze fietser zou nemen: na Anloo richting Zuidlaren, daarna via Kiel-Windeweer terug naar Veendam. Grote kans dat hij een tussenstop zou maken bij 'zijn fietsenmaker', Steenbergen [voorheen Vierhout] in Zuidlaren.

Thuisgekomen besloot ik in een rare impuls om de fiets te pakken richting het dorp, 'zomaar' even naar de fietsenwinkel. Met een stille hoop dat WdeV daar ook zou arriveren. In de winkel liep ik wat doelloos rond, ondertussen naar buiten spiedend of ik het felle lampje zag aankomen of een schimp van de ligfiets. Op de vraag van de verkoopster zei ik dat ik geen inspiratie had en wat doelloos rondkeek. Na enige tijd verliet ik met slechts een foldertje de winkel, in de veronderstelling dat de blogger de winkel al voorbij moest zijn. Even later zag ik echter het felle lampje naderen! Zou hij afstappen bij Steenbergen? Nee, hij reed door, en niet zoals ik verwachtte de winkelstraat in, maar de zuidelijke rondweg op. Een gedeelte waar  alleen auto's mogen rijden, en waar vaak stevig wordt doorgereden. Alweer in een opwelling besloot ik de ligfiets te volgen, en op de parallelweg moest ik fors doortrappen om het tempo van de 'pedelec' bij te houden. Een stuk verderop ging het richting de Brink en sloeg de ligfiets af richting de Dorpskerk. Bijna gaf ik het op, toen ik zag dat de fietser stilhield voor het Brinkhotel. Daar was mijn kans!

Enige tellen later stond ik naast de driewieler en vroeg de berijder of ik even zijn bijzondere fiets mocht bewonderen. Dat mocht natuurlijk. En toen hij begon uit te leggen dat hij die vraag vaker kreeg onthulde ik dat ik wist wie ik voor me had: de Dr. WdeV te V. Door een kleine greep details te noemen kon ik illustreren hoe veel ik al wist over de fiets en z'n berijder.
Er volgde een geanimeerd gesprek, over -inderdaad- fietsen, vakanties, fietsenmakers, gezondheid en ziekte. Tenslotte gaf ik hem m'n visitekaartje om later nog eens contact te kunnen onderhouden.
Dat was nadat hij me vroeg 'heeft U ook een blog'? 'Nee - daar doe ik niet aan' had ik geantwoord.

Terugfietsend naar huis, op m'n 'bukfiets',  zoals WdeV zo'n model consequent aanduidt, dacht ik na over de zin en onzin van een blog. Is het niet vreemd, om allerlei persoonlijke zaken te beschrijven op een website die iedereen kan benaderen en raadplegen? Wildvreemde mensen die daardoor allerlei bijzonderheden te weten komen en zich een beeld van je vormen?
Tegelijk had ik in het gesprek met deze fietser gezegd 'dat hij me -zonder het te weten- het enthousiasme voor roeifietsen had meegegeven', door zo uitgebreid de voordelen van deze bijzondere fiets uiteen te zetten. Zijn blog had voor mij dus veel betekend, zonder dat de auteur zich dat ooit gerealiseerd had. Langzaam drong zich de vraag aan me op of ik zelf ook een blog zou gaan starten.
Allerlei tegenwerpingen passeerden de revue: Er is niemand in geïnteresseerd, het is niets dan louter ijdelheid en najagen van wind, het kost veel tijd en discipline, kortom: het is zinloos.
Toch liet het idee me niet los. Bovendien had ik ooit uit nieuwsgierigheid al een blog-pagina aangemaakt met m'n google-account. Het eerste bericht uit 2008 kwam niet verder dan 'Dit is een testpagina op blogger'. Zeker geen boeiend begin.
En:  hoe begin je eigenlijk een blog? 
Allerlei vragen dienen zich aan.
Om te beginnen maar eens de aanleiding voor dit eerste 'echte' stukje opgeschreven.
De volgende keer probeer ik eerst uit te schrijven hoe ik dit blog ga uitbreiden. Onderwerpen, frequentie, beveiliging en toegang, indexering, kortom: 'Metablogica'.
Maar eerst nog wat nadenken over het Waarom. Moet het over fietsen gaan? J.S. Bach, Motorrijden, Ecologie, Apple, Duurzame economie, Liefde en Vriendschap, Gadgets, Technologie of over Geloof en Wetenschap? We zullen zien..


zondag 25 mei 2008

Dit is een testpagina op blogger